Spreekbeurt

Misschien vind je het leuk om een spreekbeurt te houden over de muziekvereniging. Je hebt op deze website al heel veel informatie gelezen die je hierbij kan gebruiken. Maar om jouw spreekbeurt tot een groot succes te maken vind je hier ook nog meer belangrijke informatie.

Geschiedenis van muziekverenigingen
Muziekverenigingen bestaan al een hele tijd. Als we teruggaan naar de 18e eeuw zien we vier soorten verenigingen die lijken op de blaasmuziekverenigingen van nu: de stadsmuzikanten, het collegium musicum, het schutterijorkest en het militaire orkest. We zullen over alle vier wat vertellen

Stadsmuzikanten
Toen er de 12e en 13e eeuw steden kwamen, kwamen ook de stadsmuzikanten. Eerst had de stadsmuzikant de taak om drie maal per dag vanaf de toren te blazen. Hiervoor gebruikte hij meestal een trompet. De stadsmuzikant werd ook wel de torenwachter genoemd. Op deze manier werden inwoners van de stad (de burgers) op de hoogte gehouden van alles wat er in  de stad gebeurde. Daarnaast gaven straatmuzikanten overdag dansles en muziekles en waren ze ’s avonds, vaak in groepjes, in de plaatselijke herbergen.
In latere eeuwen (met name in de 16e eeuw) kreeg de stadsmuzikant meer taken. Naast het blazen vanaf de toren ging hij optreden bij feestelijke gebeurtenissen in de stad. Ook kreeg hij de opdracht een aantal keer per week een uitvoering in de open lucht te geven voor de burgerij (de inwoners van de stad). Deze werden vaak gegeven vanaf het bordes van het stadhuis met verschillende instrumenten: een bazuin, bombardon, doedelzak, fluit, kromhoorn, schalmei, trompet en zink.
Er kwamen steeds meer stadsmuzikanten. Hierdoor had bijna iedere grote stad in de 17e eeuw een eigen muziekgroep. Aan het einde van de 18e eeuw verdween de stadsmuzikant. Hij ging op in het collegium musicum dat rond 1800 zijn besloten karakter losliet (zie verder).

Zoals je kunt lezen hadden de stadsmuzikanten een belangrijke rol in een stad. Dit zie je ook bij blaasmuziekverenigingen van nu. Doordat de stadsmuzikanten bij feesten in de stad speelden, leerden de burgers muziek kennen en gingen muziek leuk vinden.

Stadsmuzikanten

Het collegium musicum
Naast de stadsmuzikanten ontstond in de 16e eeuw het collegium musicum: het muziekcollege.

Dit waren groepen van ongeveer vijftien mannen, die muziek maakten voor zichzelf, dus zonder publiek. Deze mannen kwamen uit de hogere burgerij: dit betekent dat ze rijk waren. Ze maakten muziek voor hun eigen plezier, het was niet hun beroep. Het oudste muziekcollege is ‘Het Caecilia-Concert’ in Arnhem, dat in 1591 werd opgericht.
In het begin kwam zo’n groep een of twee keer per week bij elkaar, meestal bij iemand thuis en later in een zaal ergens in de stad. In het begin waren er verschillende soorten instrumenten, het maakte niet uit wat je speelde. Wel was er vaak iemand die zong.

Collegium Musicum

 

Pas in de 18e eeuw kwamen er groepen die alleen bepaalde instrumenten bespeelden, bijvoorbeeld alleen blaasinstrumenten. Zij kwamen toen ook steeds vaker in het openbaar. Aan het einde van de 18e eeuw waren de groepen eigenlijk een soort concertverenigingen, met leden die graag muziek maakten voor de lol. Deze groepen waren waarschijnlijk de basis voor de blaasmuziekverenigingen (harmonieën of fanfares) van nu.

Het schutterijorkest
Schutterijkorpsen bestonden al in de 18e eeuw, maar werden tijdens de Franse Revolutie verboden. In 1815, na de Franse Revolutie, ontstond er weer behoefte aan muziek en kwamen de schutterijorkesten terug. In 1828 werden de schutterijkorpsen afgeschaft en hiervoor in de plaats kwamen militaire orkesten. Toch bleven de schutterijorkesten bestaan. Deze orkesten werden door gemeenten overgenomen en kenden als burgermuziekkorpsen in bepaalde gemeenten nog een bloeiend bestaan. Veel harmonie- en fanfareorkesten zijn direct uit een schutterijorkest ontstaan, en dan vooral de stedelijke muziekverenigingen.

Militaire orkesten
Muziek is al sinds de Oudheid belangrijk voor het leger. Met muziek werden de militairen strijdlustig gemaakt: ze kregen zin in het gevecht. Daarnaast werd muziek gebruikt om de vijand bang te maken. Maar dit was niet alles. Militairen gebruikten muziek als hulp bij het marcheren (lopen) en met muziek konden militairen zich ontspannen, bijvoorbeeld op een feestje. In de 19e eeuw was de militaire muziek onmisbaar bij het vermaak van het volk.

In Nederland zijn militaire orkesten pas echt vanaf 1771 bekend. Na de Franse Revolutie mocht er alleen nog maar buiten muziek gemaakt worden. Hierdoor werd er steeds meer blaasmuziek gemaakt. Blaasinstrumenten zijn namelijk fijn om buiten te bespelen. Men geloofde dat legers van de vijanden weg zouden blijven door overweldigende muziek. Hierdoor ontstonden grote muziekkorpsen. Na de onafhankelijkheid van Nederland in 1814 werden deze korpsen verder ontwikkeld en niet meer alleen voor het leger gebruikt. Steeds meer burgers maakten zo kennis met muziek. Militaire muziek is hiermee een voorbeeld voor de blaasorkesten van nu.

Muziek als beroep
Sommige mensen vinden muziek maken zo leuk, dat ze hun beroep ervan maken. Kijk maar naar de volgende beroepen.

Beroepen

Muzikant
Een muzikant (ook wel musicus genoemd) is iemand die muziek maakt en daarmee z’n geld verdient. Dit kan met een instrument zijn of met zang. Verder kan de muzikant in een grote of kleine groep spelen en is er verschil tussen popmuziek en klassieke muziek. Sommige muzikanten schrijven hun muziek zelf, anderen gebruiken muziek die een ander heeft geschreven. Muziek schrijven noemen we ‘componeren’.

Docent
Jij hebt vast op school wel eens muziekles gehad? En die les kreeg je van een speciale muziekdocent? Lesgeven op de basisschool is iets wat een muziekdocent kan doen. Daarnaast kan dat ook op de middelbare school en zelfs op het conservatorium (dat is een muziekstudie op hoog niveau). Daarnaast kun je als docent lesgeven op een muziekschool. Dat is bijvoorbeeld jouw trompetleraar bij wie je elke week na school les hebt.

Dirigent
Een dirigent is de leider van een orkest, koor of ensemble. Dit is die meneer of mevrouw die voor de groep met “stokjes” staat te zwaaien (dit noemt men tacteren). Hij of zij leidt de repetities en de uitvoeringen en beslist hoe iets gespeeld wordt.

Arrangeur
Een arrangeur is iemand die een bestaand stuk muziek verandert. Hij past het bijvoorbeeld aan op het orkest, een andere stijl of een gelegenheid. Het resultaat heet arrangement.

Componist
Een componist is een persoon die muziek bedenkt, creëert en meestal opschrijft. Dit heet componeren.

Beroemd worden in de muziek
Lijkt het jou wel wat, spelen voor volle zalen en beroemd zijn? Als je dit wilt, heb je in ieder geval talent nodig. Daarnaast is ook goede begeleiding en doorzettingsvermogen heel belangrijk.
Lid zijn van een muziekvereniging kan meehelpen om je doelen te bereiken. Door samen met andere muzikanten muziek te maken leer je veel. Verder kan een muziekvereniging je begeleiden om je op weg te helpen. Bovendien kun je oefenen met uitvoeringen, want dat moet je als beroemdheid natuurlijk wel durven!

 

 

Oorsprong

Dit kenniscentrum is een initiatief van de KNMO commissie Jeugd en Educatie.