Een van de taken van de overheid is het ontwikkelen van cultuur. Cultuur is dat wat de mens schept, zo is te lezen in Wikipedia. De instrumentale amateurmuzieksector levert met ruim een miljoen mensen die een instrument bespelen een belangrijk aandeel aan de cultuursector in Nederland. De overheid levert direct en indirect een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van cultuur. Het verlenen van subsidie is een voorbeeld van een directe bijdrage, de opinie is een indirecte bijdrage. Want is cultuur nu van iedereen of is het een ‘linkse hobby’?
In het beleidsplan van de Muziekbond Groningen Drenthe is een toepasselijke uitspraak van Confucius te lezen: Wilt u weten of een land goed geregeerd wordt en goed van zeden is? Luister dan naar zijn muziek.
De KNMO heeft in haar beleidsplan 2015-2020 als een van de belangrijkste doelstellingen: Versterken van de maatschappelijke positie van de amateurkunst. Om dat doel te bereiken zal de KNMO actief blijven lobbyen bij de diverse overheden om de positie van de (instrumentale) amateursector te blijven verbinden met cultuurparticipatie en cultuureducatie.
Op 11 juni 2019 presenteerde minister Van Engelshoven de Tweede Kamer de uitgangspunten voor het cultuurbeleid in de periode 2021-2024. De KNMO heeft hierop samen met Koornetwerk Nederland gereageerd en gevraagd om de koepelorganisaties nauw te betrekken bij de uitvoering van het beleid. Lees deze reactie via de link hieronder.